Sokken
Niet om het een of ander. Maar sokken zijn nooit zo’n ding geweest. Niet voor mij. Je trekt ze aan je voeten, als ze stinken gooit je ze in de was, je rolt ze op als ze gewassen zijn. Dat laatste is wel irritant. Op zulke moment wordt een mens zich bewust van de sok. Ik zie de berg nog liggen. Wij stelden het rollen uit tot de lades leeg waren. En dan zat je samen te rollen. Soms samen, maar vaak genoeg kwam er kinderarbeid aan te pas. Wat een ellende. De sok is dus nooit echt een welkome gast in de garderobe geweest, wel een noodzakelijkheid.
Sinds kort is daar verandering in gekomen. Ik draag wollen sokken, die toe-up zijn gebreid. Er wordt nu een set gebreid met een kabel. Straks één met een streep. Het is een bezig gebeuren maar het verbaasd me wel enigszins. Niet de bezigheid, die was er altijd al. Ik weet niet beter. Maar waar ik eerst een vrouw had die haakte, zit er nu een blije breister in de huiskamer, die mij om de haverklap laat zien hoe ver en mooi het er met het nieuwe paar voorstaat.
Ik heb me ooit laten vertellen dat er een verschil is tussen haakser en breiers. Hun karakters verschillen. Hakers zijn wat lossere types, breiers meer georganiseerd. Het zijn de nerds onder de handwerkers. Wel, dat is even wennen. Natasha heeft zelfs een toerenteller aangeschaft. Dan hoeft ze het aantal steken niet te onthouden. Dat was tot voorkomt ondenkbaar! Ooit zat er een vrije en blije haakster in de stoel tegen over me, nu een geconsenteerd tellende breivrouw. Even blij dat wel.
Sokken worden gebreid met sokkenwol. Het bestaat uit wol en een klein beetje nylon voor de stevigheid. Zonder plastic vallen de sokken je schoenen uit elkaar. Naalden zijn ook een ding. Je hebt om te breien de breinaald nodig. Onlangs bij Lia van Koperdraadje heeft Natasha beter materiaal aangeschaft, want kabels hebben meer scherpte nodig.
Hoe dit zich verder gaat ontwikkelen, weet ik niet. Het levert mij wel gebreide sokken op, die ik vol gaarne draag. Verder is er niet veel veranderd. Hakende of breiende, al jaren wordt mij met regelmaat om mijn mening gevraagd, moet ik kijken, wordt ik deelgenoot gemaakt van nieuwe werken. Verveeld dat? Nee, in het geheel niet. Ik denk dat handwerkers blije mensen zijn. Wellicht in een tijdperk van stress en burn-outs een aanrader voor wie innerlijke rust zoekt. Misschien is handwerken wel een vorm van mindfulness. Een goed brei- of haakpakket is goedkoper dan een therapeut.
Terug naar de sok. Een sok bestaat uit een stuk. Er mag niets mis gaan. Het is als bij een waterbouwkundig bouwwerk. Alles moet passen. Er mag geen gaatje in zitten.
De oma van Natasha was een sokken breier. Ze was een expert. Ze zag in één oogopslag de kwaliteit van een gebreide stok. Na een kritische blik kon ze smalend opmerken. ‘ Er zit een gat in de hiel.’ En ik weet één ding, verstand van breien hebt ik niet, maar een gaatje in de hiel, dat is niet best. Tenslotte zijn sokken breiers ook sokken stoppers. Dat is niet een zaak van gaten stoppen. Een gat mag niet, een gat is een constructie fout. Het gaat bij stoppen om herstelwerken. Onderhoud . Voor een verder toekomst. Tegen het verval, ik mag wel zeggen: Voor het eeuwig leven. Ik ben voor. Ik ben voor de alle sokken breiers op de wereld. Ik draag ze een warm hart toe.